Voortgaande zoektocht
Het laatste bericht op onze website in augustus 2016 meldde de verwoesting van de derde farm, die in Bahir Dar. En het berichtte over de 15% compensatie die de Federale regering ons zou uitbetalen voor de wederopbouw. In deze nieuwsflits schetsen we de ontwikkelingen sindsdien.
Als direct gevolg van het verlies van 80% van ons pootgoed hebben we meteen daarna de farm op Hosanna gesloten en de verse groenten-tak (voornamelijk aardappel) van het IBM-project (contractboeren) afgestoten en afscheid genomen van die twintig medewerkers.
Compensatie
In september 2016 was er een bijeenkomst met de getroffen bedrijven, waarop de Ethiopische overheid een pakket van maatregelen aankondigde om buitenlandse investeerders te steunen. Een pakket dat in z’n geheel toch een afdoende bijdrage moest zijn om de werkelijke schade te dekken. Twee ervan waren ook voor ons van belang: ten eerste bood de regering via een spoedprocedure van de Development Bank van Ethiopia (DBE) een gunstige lening aan om de resterende ongedekte 85% van de schade te dekken, en als tweede dat de getroffen bedrijven een jaar lang vrijgesteld werden van belastingen. Omdat wij inmiddels gemerkt hadden dat belastingen autonoom via de regionale regering geïnd werden, stelde ik ter vergadering de federale woordvoerder de vraag of de regionale kantoren op de hoogte waren van deze ontheffing van belastingen. Uiteraard, was het antwoord, dat was geregeld.
Vertrouwend op deze toezeggingen zijn we door gegaan om op onze farms zo goed en kwaad het kon met de resterende middelen het personeel aan het werk te houden. Want middelen om de hoge kosten van massaal ontslag te betalen hadden we ook niet. Met behulp van een aanvullende overbruggingslening van CFC hoopten we het nog enkele maanden vol te kunnen houden tot de compensatie en de bijbehorende DBE-lening binnen zouden zijn.
Half december ontvingen we inderdaad de aangezegde compensatie als cash-bijdrage voor het herstel. Maar helaas, de broodnodige aanvullende lening van de DBE voor het resterende gat bleek een wassen neus te zijn. Een jaar lang hebben we geprobeerd om tot op het hoogste niveau dit werkkapitaal los te krijgen, maar de conclusie van alle betrokkenen is dat deze toezegging simpelweg loos is. Niet één bedrijf heeft dit kunnen krijgen.
En wat de ontheffing van belastingbetaling betreft, was het antwoord van het regionale belastingkantoor even simpel als verwacht: beloften van de Federale regering over de regionale belastingen hebben geen waarde. Gelukkig waren de betreffende regionale ambtenaren na langdurige en immer voortgaande onderhandelingen uiteindelijk toch zo fideel dat we uitstel van betaling konden krijgen. Ons zo de ruimte gevend om eerst stap voor stap onze teelten weer op te zetten en weer inkomsten te ververwerven, en dan de belasting afbetalen.
Inkrimpen en op z’n kleinst verder
Toen duidelijk werd dat verdere bijdrage voor herstel vanuit de Ethiopische regering zouden uitblijven, bleef er geen andere weg over dan zo snel mogelijk verder in te krimpen. In april 2017 hebben we het merendeel van de veldwerkers op de farms van Filtino en Hidi ontslagen. In mei kregen de medewerkers van Doba, Bekoji hun ontslag. Zodat we met de overgebleven geïrrigeerde farms zo snel mogelijk weer een goede boterham zouden kunnen verdienen. Met als tevreden gevoel dat we alle ontslagen medewerkers (ruim 200 in een jaar tijd) netjes hebben kunnen betalen wat hen toekwam. Zo gingen we vol goede moed de wintermaanden in, met alle aandacht en energie gericht op het inzaaien van de bevloeide winterteelt.
Land
Maar het verliep opnieuw niet zoals we zo vurig gehoopt hadden. Het eerste waar we tegenaan liepen was dat op Wenchi een groep buurboeren het toch jammer vonden dat wij weer begonnen met ploegen. Onze vlakke gedraineerde met gras begroeide akkers waren een goedkope hap voor hun ossen en paarden, zo vlak voor de deur. Toen ik half november op ons noordelijkste blok begon te ploegen, kwam een hele groep boeren het veld op rennen en dwongen me om te stoppen. Met als argument dat dit stuk van de farm niet van ons maar van hen was. De weken daarop hebben we uitgebreid overleg gehad met de plaatselijke overheid en het is voor iedereen duidelijk dat dit een onterechte actie van de boeren was. Die in goede harmonie opgelost lijkt te gaan worden, vooral nadat de hele gemeenschap zich ervan overtuigd heeft dat onze samenwerking met hen voor iedereen positief is.
Lastiger werd het op de farms van Mekki en Doba, beide stukken land die we rechtstreeks van de boeren huren voor 15 jaar, met als doelstelling om hen als outgrowers aan de markt te koppelen. De afgelopen twee jaar was ons al duidelijk geworden dat de Ethiopische regering af wil van zulke 15-jarige huurcontracten, omdat deze echt alleen maar problemen veroorzaken. Het is voor de gemiddelde Ethiopische boer praktisch ondoenlijk om zolang geduld te hebben, voornamelijk omdat het vooraf betaalde geld meestal al in het eerste jaar op is. Daarom zie je dat het voortzetten van deze contracten steeds lastiger wordt. De woreda van Mekki heeft al een brief geschreven dat na dit derde jaar het huurcontract niet voortgezet mag worden en onze laatste teelt niet geplant mag worden. En de boeren van Doba hebben zelf aangegeven dat als er geen extra pacht bovenop de contractprijs wordt betaald, zij het contract opbreken. Conclusie: geen toekomst voor deze manier van samenwerken met outgrowers op een huurfarm temidden van hun akkers. Einde Mekki en Doba.
Helemaal bont werd het op Filtino, ook een 15-jarig pachtcontract, 100% vooraf betaald. Afgelopen zomer kwam een delegatie van de verhuurders claimen dat wij de resterende vijf jaar huur nog moesten betalen. Het laten zien van de betaalbewijzen deed hen weer gaan. In oktober kwam de ambtenaar van het Landbureau naar ons toe en kondigde aan dat het huurcontract verbroken zou worden, omdat Solagrow die grond al die tien jaren ongebruikt had laten liggen. Na doorvragen kwamen we er achter dat de verhuurders haar meegenomen hadden naar een stuk braakliggende grond iets verderop, en haar hadden verteld dat dit onze grond was. En ja, het onbenut laten van akkers is een gegronde reden om de huur op te zeggen. We hebben haar laten zien dat dit bedrog was en wij onze farm met complete irrigatie en met een zaadschoningslijn helemaal opgebouwd hebben voor de teelt van groenten en zaden, gecertificeerd door GlobalGAP. Ze leek het te begrijpen, is er zelf ook even heengereden en was getuige hoe op dat moment tien hectare snijmais werd geoogst. Maar de volgende dag ontvingen wij een brief van haar dat het contract per direct verbroken was, vanwege het niet benutten van de grond. En dat elke nieuwe aanplant per direct verboden was. Twee, drie vergaderingen met haar en de boeren veranderde niets aan de zaak. Volgens de boeren heeft de woreda het contract verbroken en is de enige manier om verder te gaan het wederom betalen van de huur voor vijf jaar, maar nu voor een absurde 10-voudige prijs. En de woreda zegt niets, durft niets te zeggen. In de komende week zullen we zien wat dit gaat betekenen. De ambassade en de federale overheid zoeken mee naar een redelijke uitweg. Maar deze voorvallen illustreren wel hoe wankel grondcontracten in Ethiopia zijn.
Deze besognes rondom land zetten wel weer een lelijke streep door de rekening van ons herstelplan, want zowel de beoogde teelten op Wenchi, Mekki en Filtino vertragen flink of komen helemaal te vervallen. Daarom alle aandacht maar op de overgebleven farms in Amora en Wenchi.

Vluchtelingen
Was het daarbij gebleven, dan hadden we op kleinere schaal toch een wat kleinere boterham kunnen verdienen. Maar een initiatief van de Europese Unie om Somalische vluchtelingen in de regio op te vangen in plaats van hen naar Europa te laten komen, deed ons rond de kerstdagen op Hidi indirect bijna de das om. De EU heeft aan Ethiopia een half miljard euro betaald om duizenden gezinnen in Ethiopia onderdak en werk te verschaffen. De federale overheid heeft daarop de regio’s gesommeerd om dit uit te voeren. Debre Zeit kreeg de last om 2.000 huizen voor deze vluchtelingen te verstrekken. Waardoor een groep van ons personeel dat met onze steun ieder een mooie bouwkavel hadden gekocht, te horen kreeg dat hun perceeltjes voorlopig gebruikt worden voor de bouw van onderkomens voor de Somaliërs…..
Verder werden hierdoor de belastingkantoren opgedragen alle achterstallige belastingen per direct te innen. Einde dus van onze afspraak om zomer 2018 hiermee te beginnen. Een team van acht tax collectors kwamen met de inspecteur van de politie net voor de Kerst naar Hidi, met de simpele boodschap voor vijven de gehele opstaande schuld af te lossen. Zo niet, dan zou een tweede team de gebouwen, het vee en het rijdend materiaal komen vastleggen, waarna door openbare verkoping de schulden voldaan zouden worden. Hiermee begon het proces van wekenlang citroenen persen. Elke dag onderhandelen, tegelijkertijd zoekend naar wat wij zelf verkopen konden, hen weer geruststellen met een paar duizend euro, en dan weer de dreiging van blokkeren. Tot aan vorige week vrijdag is het doorgegaan met blokkades van bankrekeningen, het verhogen van boetes, het toevoegen van rentes. Totdat inderdaad alles afbetaald was. Weliswaar alles afgelost, maar ten koste van de zo gewenste inzaai van nieuwe gewassen. Opkrabbelen valt niet mee.

Staking en noodtoestand
Als vrij man daarom twee weken geleden weer naar de farms op Welkite en Wenchi. Ploegen, eggen en zaaien. Maandagmiddag op de weg bergafwaarts terug naar Woliso bekroop de vrees me, toen ik boven het stadje zwarte rookwolken zag. Weer mis. Oromia bleek die dag een driedaagse algehele staking uitgeroepen te hebben, waardoor alles, ja alles, dicht ging en de wegen geblokkeerd werden door stenen en palen. Gemarkeerd door brandende autobanden. Met als doel om enkele oppositieleiders uit het gevang te krijgen. Drie dagen stilte, geen auto op de weg, op politievoertuigen na. De straten gevuld met groepen jongeren, die met stokken in de hand luidkeels uitschreeuwden wat hen dwars zat. Vrijheid, democratie, en eigenlijk vooral werk, een goede boterham, toekomst. Op Hidi werd het zelfs onze veldwachten verboden om te komen werken, waardoor honderden koeien en kinderen zich tegoed deden aan onze gewassen, uien en gerst. En eindelijk donderdagmorgen kwam het leven weer op gang. Na een driedaagse met relatief weinig geweld, maar wel veel effect. De oppositieleiders werden vrijgelaten, de overheid leek confuus te zijn vanwege dit massieve stemmen-met-de-voeten en mede onder invloed van Angela Merkel en de Trump-regering werd gehoor gegeven aan de volkspressie van Oromia. Niet verwacht.
Alleen, enkele dagen daarna diende de minister-president zijn ontslag in en de dag erop kondigde de federale regering weer de noodtoestand af, met een absoluut verbod op protesten. Wat gaat er nu weer komen?
Hoop
Ethiopia, een land dat voor tweederde van z’n budget afhankelijk is van internationale donoren, en dus maar een derde zelf weet op te hoesten. Een land waarin de immens snel groeiende bevolking het woord “democratie” gebruikt als synoniem voor “laten we eerlijk samen delen wat we kunnen krijgen”, een land dat op de verschillende ranglijsten vooral steeds verder daalt. Een land waarin gerechtigheid vaak struikelt en derhalve weerstand genadeloos wordt weggedrukt. Een land waarvan de boerenbevolking ontredderd voortmoddert op de rand van het bestaan, hopend uitziend naar het toverwoord “democratie” wat immers het Westen rijk gemaakt heeft. En een land waarin elke striemende tropische stortbui omrand wordt door een flonkerende regenboog…..! Wij gaan dit niet oplossen, maar er is hoop.
Want er is een hoop te doen. Er kan zoveel gedaan worden om simpelweg aan de onderkant van de bestaanspyramide een stuk inzicht en voortuitgang te creëren, in een donkere uithoek wat licht te brengen. Mee te dragen, mee te delen, zoeken naar gerechtigheid. Aardappels en bekers koud water, pleisters en paracetamol, wat aandacht en kleine stapjes vooruit bieden uitzicht. Dat doet mensen opleven. Hoop doet leven en overleven. Dus geen reden om bij de pakken en brokken neer te zitten. Doen wat ooit president Roosevelt zijn generaal voorhield, toen deze met zijn troepen in de knijp zat: “Doe wat je kunt, met wat je hebt, daar waar je bent”. En dat blijft onze zoektocht.
Terug naar nieuws